Het kind van klei

Het kind van klei 

(een eeuwenoud Venda-volksverhaal)

Er was eens een Venda-pottenbakster die op de oever van de Mutshindudi-rivier woonde. Haar naam was Matodsi; dat betekent “tranen”. Elke morgen ging ze naar de rivier om zachte klei te verzamelen om glimmende rode aardewerken potten te maken. Hoewel Matodsi elke dag heel hard werkte kon ze de grote droefheid in haar hart niet vergeten: ze verlangde ernaar om een kind te hebben.

“Wat als ik een kind maak van klei?” dacht ze bij zichzelf.
Die dag maakte ze een kind van klei. Toen ze zijn haren kamde kwam hij plotseling tot leven. Nu had Matodsi een kind. Ze noemde hem Mbungwa en gaf hem een fluit, zodat ze altijd kon horen waar hij was. Mbungwa werd een herdersjongen. Elke ochtend nam hij het vee mee om te gaan grazen in het veld.

“Mbungwa,” zei Matodsi, “je moet heel erg voorzichtig zijn als je regenwolken ziet. Kom dan snel naar huis met het vee; je mag nooit nat worden.”

Op een middag zag Matodsi grote witte wolken. Ze klom op de hoogste termietenheuvel en riep Mbungwa terug. Daar in de verte kon ze hem zijn fluit horen spelen. Toen de eerste regendruppels begonnen te vallen waren Mbungwa en het vee veilig terug. Matodsi en Mbungwa renden naar de hut en keken naar de regen die viel.

De volgende middag kwamen de wolken nog eerder. Matodsi rende naar de termietenheuvel en daar, ver weg, kon ze hem horen spelen op zijn fluit.

“Mbungwa, Mbungwa, kom naar huis, kom snel naar huis!” riep Matodsi.

Het regende al zachtjes toen Mbungwa en het vee thuis kwamen.

“Niet zo ver weg gaan met het vee!” berispte Matodsi hem, “je mag niet nat worden. Ga niet zo ver weg!”

Vanuit de keukenhut keken ze naar de regen die viel.

De volgende dag ging Mbungwa verder weg met het vee. Matodsi zag de wolken opkomen en een koude regenwind kwam opzetten. Vanaf de top van de termietenheuvel riep Matodsi en riep. Grote regendruppels begonnen te vallen. Ze kon de fluit niet horen, ze hoorde alleen de donder. Daar in de verte zag ze Mbungwa aankomen. Hij dreef het vee zo snel hij kon naar huis. Toen hij aankwam viel de regen met bakken uit de hemel. Matodsi rende naar haar zoon, maar ze was te laat. Toen ze bij hem kwam was hij al gesmolten. Hij was teruggekeerd naar de aarde waarvan hij gemaakt was.

Copyright © Dr Ina le Roux

Interpretatie

Dit verhaal beschrijft onvruchtbaarheid en de hevige druk om kinderen te baren. Dit is duidelijk in het smelten van het kind van klei in een hoopje dat lijkt op de mollige termietenheuvel, die een metafoor is voor zwangerschap. Moederschap is een sociaal vereiste. “Onvruchtbaarheid is erger dan de dood”. Onvruchtbare vrouwen zijn het onderwerp van medelijden en minachting, en ze worden vaak teruggestuurd naar hun ouderlijk huis.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *